socio-emotionele ontwikkeling
Welzijnsbeleid - socio-emotionele ontwikkeling in
Het welbevinden en de sociale vaardigheden van het kind krijgen in onze school de ruime aandacht die ze verdienen. Het ontwikkelveld ‘socio-emotionele ontwikkeling’ uit het leerplanconcept ZILL is onze leidraad.
Dit document biedt een overzicht van hoe we, in verschillende actieniveaus, aan socio-emotionele ontwikkeling doen: van de belangrijke pijlers uit onze schoolcultuur over algemene maatregelen die voor een fijn schoolklimaat zorgen tot meer specifieke methodes en activiteiten die preventief en, waar nodig, curatief ingezet worden.
De preventiepiramide van Johan Deklerck is een referentiekader voor de uitbouw van een welzijnsbeleid met specifieke en algemene maatregelen en stelt ons in de staat om onze werking aanschouwelijk voor te stellen. De preventiepiramide bestaat uit hiërarchische niveaus. Hoe hoger in de piramide, hoe groter de probleemgerichtheid en hoe specifieker je werkt. Op de lagere niveaus werk je breed. |
|
School en samenleving |
Een school is geen eiland. Ze krijgt mee vorm door het heersende mensbeeld in de maatschappij, ontwikkelingen in de samenleving, politieke beleidskeuzes, wetten, decreten en subsidies. De infrastructurele mogelijkheden en de inplanting van de school in de buurt drukken hun stempel. Kinderen zijn ook geen onbeschreven bladen als ze de schoolpoort binnenwandelen. Hun socio-culturele context beïnvloedt de werking van een school.
Fundamentele Preventiemaatregelen die het welbevinden, de leef-kwaliteit en het omgaan met elkaar beinvloeden |
In top@punt dragen we respect hoog in het vaandel. Respect voor de unieke eigenheid van iedereen. Respect voor iemands gevoelens, geloof, gedachten, ontwikkeling. We gaan zorgzaam om met onszelf, de ander, de groep, de omgeving, de wereld. We willen een warme school zijn waar schoolteam en kinderen zich goed voelen. Waar problemen in verbondenheid met elkaar het hoofd worden geboden. Zonder welbevinden is goed functioneren moeilijk.
Ieder is uniek. We focussen op de talenten van mensen. Hun sterktes, competenties en interesses. We geven hen de kans die te ontdekken, te ontwikkelen, te vieren. Wat nog moeilijk gaat, benaderen we vanuit een growth-mindset, vol vertrouwen en gericht op groei en mogelijkheden.
We bouwen aan een ‘open-schoolcultuur’ waar ieder zich welkom, gehoord en gesteund voelt. Participatie is van groot belang. Leerkrachten en leerlingen hebben inspraak, informeel maar ook tijdens formeel overleg (personeelsvergaderingen, leerlingenraad…) en in de vorm van bevragingen in het kader van interne kwaliteitscontrole (leerlingenbevraging, zelfevaluatie schoolteam, …).
We nemen ook een open houding aan ten aanzien van ouders en communiceren regelmatig en eerlijk met hen, in het bijzonder over de vorderingen van hun kinderen. De schoolregels en –afspraken zijn opgenomen in een overzichtelijke schoolbrochure. De tweemaandelijkse topgazet informeert ouders over onze dagelijkse werking. School en ouders staan in contact met elkaar via o.a. een heen– en weerkaftje (KS), de agenda (LS), een rapport, mails… Ouders met vragen, bedenkingen en bezorgdheden staan we graag en zo snel mogelijk te woord. Ouders konden ook hun mening kwijt in een recente, schriftelijke ouderbevraging.
We bieden kinderen een stimulerende leeromgeving aan. Regels en afspraken die het ‘samen-spelen’ en het ‘samen-werken’ bevorderen, worden met de kinderen besproken. Het naleven ervan wordt nauw opgevolgd. Problemen of voorstellen leiden tot aanpassingen in het speelplaatsbeleid. Kinderen worden gestimuleerd om, op eigen tempo en niveau, ontdekkend en ervaringsgericht tot zinvol leren te komen. Ze groeien in zelfstandigheid. Leerkrachten en kinderen leren, coöperatief, van elkaar. We bieden betekenisvolle kennis aan en focussen ons gelijktijdig op de ontwikkeling van essentiële leercompetenties (executieve functies) en socio-emotionele vaardigheden. Evaluatie en rapportering zijn gericht op het eindproduct, maar evenzeer op het leerproces. De modernisering van een efficiënte en veilige schoolinfrastructuur (gebouwen, inrichting, meubilair, IT…) is een permanent proces.
Onze school werkte een eigen concept uit in de vorm van een klavertje-vier dat op eenvoudige en aanschouwelijke wijze inspireert hoe iemand kan uitgroeien tot een evenwichtig en gezond persoon en dit in verhouding met zichzelf, de andere en de groep. Ieder blaadje van het klavertje focust op een belangrijk facet van het groeien als mens: hart, brein, rust en lichaam. Ons onderwijsaanbod stoelt hierop. Ook zijn er per facet klas(overschrijdende) activiteiten.
Tot slot is er in onze school veel aandacht voor de professionalisering van het leerkrachtenteam. Team- en individueel gerichte vormingen dragen bij tot levenslang leren. Leerkrachten krijgen veel inspraak in de keuze van de vormingen die ze graag willen volgen. Op personeelsvergaderingen is er uitwisseling van ervaringen en kennis.
ALGEMENE PREVENTIEVersterken van mogelijkheden en draagkracht van mensen en Structuren. Groepsbevorderende maatregelen. |
In top@punt wordt handelingsgericht gewerkt met als doel het onderwijs optimaal af te stemmen op de noden van de leerlingen. De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal: wat heeft deze leerling, van deze ouders, in deze groep, bij deze leerkracht(en), op deze school de komende tijd nodig om een bepaald doel te bereiken? Er is hierbij veel aandacht voor positieve aspecten (kwaliteiten en mogelijkheden) van alle betrokkenen. De hele context van de leerling wordt betrokken. De onderwijsbehoeften van de kinderen worden zorgvuldig bijgehouden in het leerlingvolgsysteem om zo continuïteit in ondersteuning te waarborgen.
De genomen maatregelen worden structureel en transparant genomen, gepland, geëvalueerd en bijgestuurd (HGW-cyclus). Geheel in de geest van onze visie, focussen we ons hierbij niet enkel op de cognitieve maar ook op de intra- en interpersoonlijke ontwikkeling.
In alle klassen is er expliciete aandacht voor de gevoelens (van kinderen). Er wordt over ‘geleerd’ en ‘gesproken’ tijdens (spontane) kringmomenten, na conflicten en tijdens individuele gesprekjes met kinderen. Er zijn ook geplande lessen over gevoelens, binnen een thema of een project, binnen andere leerdomeinen, al dan niet met behulp van didactische lespakketten. Hetzelfde geldt voor sociale vaardigheden. Ook zij komen aan bod, nu eens naar aanleiding van gebeurtenissen binnen de groep, de school of de samenleving. Dan weer gepland als les of thema. En ze worden mee in de aandacht en de evaluatie gebracht tijdens groepswerk, tijdens het samen sporten…
Ook in iedere klas zorgen we ervoor dat de gevoelens en de relatiewijzen deel uit maken van het klasleven. Niet enkel door ze bespreekbaar te maken maar ook door ze een zichtbare plek te geven. Kinderen worden gestimuleerd om aan te geven hoe ze zich voelen. Op die manier leren ze contact maken met hun binnenkant, leren ze taal geven aan wat ze voelen en aan wat ze nodig hebben en groeit hun inlevingsvermogen in wat er omgaat in de ander. Door het gebruik van een gevoelsmeter, een gevoelsdoos, gevoelsstenen, dagboekjes… houdt de leerkracht bovendien de vinger aan de pols. Zo groeit bij kinderen stapsgewijs het besef dat gevoelens alledaags normaal zijn en er ook mogen zijn, en zetten ze stappen in het adequaat ermee omgaan.
Onderstaand overzicht toont welke (didactische) middelen ingezet worden om dit te ondersteunen in de klas.
didatische leermiddelen |
in de dagelijkse werking |
|
K1 |
Doos vol gevoelens |
groentenpopjes, toverwoordjes het |
K2 |
Doos vol gevoelens de Axenroos |
gevoelsmeter |
K3 |
Doos vol gevoelens |
gevoelsmeter |
L1 |
Godsdienst: werken met Bijbelverhalen |
humeurmeter |
L2 |
Godsdienst: “Ik voel me vandaag zo…” |
gevoelsmeter |
L3 |
Godsdienst: “Aardig anders” – “Verdriet in vele kleuren” – “Jozef” (jaloezie en vergeving) |
gevoelskaartjes, gevoelstouw |
L4 |
Wij zijn een groep (boek groepsvorming) |
gevoelsstenen, spiegelboekje, gevoelsdoosje |
L5 |
Taal 5A Les 12 In Vlaanderens Velden |
gevoelsblokjes |
L6 |
EQ babbelspel |
gevoelsminiatuurtjes, |
We maakten ook schoolposters die de sociale vaardigheden in de kijker zetten. Ze hangen uit in de klassen en de gemeenschappelijke ruimtes. Ze geven richting aan onze onderlinge contacten. Er wordt naar verwezen bij problemen.
In onze school is er ook bijzondere aandacht voor relaxatie, meditatie en yoga. Zowel in de kleuterschool als de lagere school organiseren de (zorg)leerkrachten regelmatig zulke tussendoortjes en/of activiteiten voor alle kinderen.
De luisterbereidheid van de leerkrachten op onze school is groot. Kinderen kunnen ben hen altijd terecht met hun vragen of problemen. Voor de kinderen van de tweede en derde graad is er ook een praatbus. Door een praatbriefje in te vullen en in de bus te stoppen, kan een kind een gesprek aanvragen. De zorgleerkracht is verantwoordelijk voor de planning van die gesprekken. Elk mogelijk probleem(pje) van socio-emotionele aard wordt besproken.
Op school zijn tal van kinderboeken voor groot en klein die ingezet worden tijdens deze lessen.